Het vertrouwde beeld van hoge, stenen fabrieksschoorstenen bij steen- en dakpannenfabrieken is verdwenen of grotendeels verdwenen. In Tegelen domineerden deze schoorstenen vanaf eind 19e eeuw de skyline.

Lees hier de geschiedenis van o.a. steenfabriek Canoy-Herfkens en het verhaal van de familie Janssen uit Tegelen, een begrip in de industriële schoorsteenbouw.

Schoorsteen Een schoorsteen is een verticaal kanaal voor de natuurlijke afvoer van rook- of verbrandingsgassen. Eeuwen geleden werden vuren binnenshuis gestookt waarbij de rook via kleine gaten in het dak de ruimte verliet. Een vuurhaard voor verwarmingsdoeleinden was veelal gesitueerd in het midden van het huis zodat de gehele ruimte optimaal verwarmd werd.

2002-schoorsteenmonument-2Later werd het vuur tegen een muur geplaatst waarbij de schoorsteen niet meer dan een grote opening in het dak was. De ervaring leerde dat op deze wijze de rook niet adequaat werd afgevoerd. In een latere fase ontwikkelde zich de schoorsteen voor huishoudelijk gebruik zoals we die nu kennen. Hierbij wordt boven het vuur een verticale kolom geplaatst en stijgt de opgewarmde en van zuurstof beroofde lucht omhoog en wordt de trek op het vuur zodanig bevorderd dat de verbranding door kan gaan.

De oudste ‘industriële’ schoorstenen waren doorgaans vierkant van vorm en stonden bij bedrijven met een productieproces waar veel warmte of vuur noodzakelijk was, zoals bij ijzergieterijen, steenovens of glasfabrieken.

In de loop van de 19e eeuw en met de introductie van de ronde vorm van de schacht werden schoorstenen voor niet huishoudelijke doeleinden aangeduid met de term fabrieksschoorsteen. Deze term werd in ons land vanaf rond 1900 ook voor hoge schoorstenen voor niet-industriële toepassingen gebezigd. Voorbeelden hiervan betreffen schoorstenen naast ketelhuizen voor de energievoorziening of verwarmings-doeleinden van grote openbare gebouwen zoals musea, ziekenhuizen, scholen en stations.

Steenfabriek Canoy-Herfkens’ Steenfabrieken bezat een eigen ontwerp- en bouwafdeling voor schoorstenen en produceerde in hun steenfabrieken in Tegelen en Venlo radiaalstenen voor eigen gebruik of voor levering aan derden.

Canoy-Herfkens01De fabriek in Tegelen was gelegen op de ‘Drie Kronen’ tussen de Rijksweg en de rivier de Maas even ten zuiden van Venlo, met in de onmiddellijke nabijheid geschikte kleigronden. De basis voor het bedrijf werd gelegd in 1880 door de oprichting van een steenfabriek voor ‘profielstenen’ (waaronder radiaalstenen) in Tegelen door de heer C.A.H. (Carel) Canoy te Venlo.   Schoorsteen_CanoyHerfkens-b

In 1885 waren er drie firmanten: behalve genoemde Carel Canoy waren dat de heer Gerard Johan Herfkens, steenfabrikant te Venlo, en de heer August Franciscus Smulders, ijzerfabrikant te Utrecht. Diens zoon Piet Smulders zou later de technische leiding in het bedrijf krijgen en uitgroeien tot expert op het gebied van schoorsteenbouw. In 1906 werd het bedrijf uitgebreid met een vestiging voor de fabricage van o.a. radiaalstenen in de buurtschap ’t Ven’, nabij het Zwarte Water of Venkoelen,

te Venlo. Toen in 1955 het 75-jarig bestaan werd gevierd, was het bedrijf met ruim tweehonderd medewerkers niet alleen uitgegroeid tot een fabrikant van gewone bakstenen voor de woningbouw met een jaarproductie van 18 miljoen stuks, maar tevens tot een gespecialiseerd grootproducent van verblendstenen, vuurvaste stenen en radiaalstenen. Met laatstgenoemde stenen werden in de loop der jaren fabrieksschoorstenen gebouwd met een totale lengte van 55 kilometer.

23.12

Bijna dertig jaar na de oprichting van het bedrijf bedroeg het aantal ontworpen en gebouwde schoorstenen reeds ruim 1300 stuks, getuige een advertentie uit 1910.Canoy-Herfkens02Tot de Tweede Wereldoorlog werden de schacht van schoorstenen van Canoy-Herfkens vaak gedecoreerd met gele stenen in de vorm van een zigzag-motief. Een voorbeeld hiervan betreft de nog bestaande 45 meter hoge schoorsteen bij het stoomgemaal in Medemblik uit 1924 welke halverwege de schacht met een dergelijk motief is uitgevoerd volgens een ontwerptekening uit 1909.

In de loop der jaren werden de gebouwde exemplaren nauwkeurig bijgehouden in

In 1921 verscheen een fraai uitgevoerde catalogus met details zoals plaats, opdrachtgever en hoogte van de tot dat tijdstip geleverde schoorstenen.een Canoy-Herfkens04logboek dat behouden is gebleven. Radiaalstenen van Canoy-Herfkens werden soms voorzien van een bedrijfsstempel welke tijdens het vormproces op de zijkant van de steen werd aangebracht. Eenmaal verwerkt in een schoorsteen was de stempel veelal voorgoed aan het oog ontrokken. Bestudering van stenen van gesloopte schoorstenen leert dat er twee type stempelontwerpen door Canoy-Herfkens werden gebezigd, zoals blijkt uit onderstaande afbeeldingen. 

Canoy-Herfkens05 Canoy-Herfkens06

In 1966 werd door Canoy-Herfkens een fusie aangegaan met de N.V. Russel-Tiglia Kleiwarenfabrieken te Tegelen. Zo ontstond de naamloze vennootschap Tegula N.V., een bedrijf dat beschikte over zeven vlamovens, zes ringovens en vier tunnelovens, verspreid over vier productielocaties, én een nog steeds winstgevende afdeling fabrieksschoorsteenbouw. De fusie heeft echter niet kunnen verhinderen dat sinds 1976 door de onderneming geen bedrijf meer werd uitgeoefend. Daarmee kwam een definitief einde aan de productie van radiaalstenen en het ontwerpen en bouwen van fabrieksschoorstenen.

De hoge schoorsteen van de inmiddels gesloopte fabrieksgebouwen bij de verkeersbrug (A73) in Tegelen is een laatste tastbare herinnering aan het bedrijf.

Schoorsteen_01

Dat schoorsteenbouwen een gevaarlijk beroep is blijkt wel uit dit korte lijstje van ongelukken in de eerste helft van de vorige eeuw:

 

  • 14-09-1910  Maassluis: bouwer valt vanaf 25 meter naar beneden en overlijdt.
  • 06-05-1913  Almelo: schoorsteenbouwer van 30 meter in waterbak gevallen.
  • 16-10-1925  Amersfoort: Duitsers valt van 28 meter naar beneden en overleeft de val.
  • 21-08-1926  Apeldoorn: metselaars valt van 20 meter naar beneden en overleeft.
  • 11-01-1927  Breda: Duitse schoorsteenbouwer valt van 35 meter naar beneden en is ‘onmiddellijk een lijk’ zoals de krant bericht.
  • 05-04-1928  Etten Leur: schoorsteenbouwer overleden na val van 40 meter.
  • 27-04-1929  Zwijndrecht: schoorsteenbouwer valt vanaf 30 meter in een vat met pekel. Zijn toestand is ernstig.
  • 12-04-1937  Tilburg: 23 jarige schoorsteenbouwer valt vanaf 25 meter naar beneden en overlijdt.
  • 23-06-1937  Leidschendam: 62 jarige schoorsteenbouwer valt vanaf 36 meter van stellage en overlijdt.
  • 13-06-1940  Enschede: 42 jarige schoorsteenbouwer van steiger gevallen. Op slag dood.
  • 13-07-1951  Nijmegen: 42-jarige schoorsteenbouwer vanaf 40 meter naar beneden gevallen. Op slag dood.
  • 13-12-1951  Enschede: 49-jarige schoorsteenbouwer van 40 meter naar beneden gevallen.

 

Met dank aan Pierre Geelen die dit artikel ter beschikking heeft gesteld.

 

OLYMPUS DIGITAL CAMERADrie generaties schoorsteenbouwers. Geen unicum maar wel opmerkelijk. We moeten terug naar de 19e eeuw als Graad Janssen (11-5-1876 tot 25-6-1969), geboren  aan de Betouwstraat, in dienst komt bij Canoy-Herfkens. Graad wordt aangenomen als metselaar, maar toont al snel interesse in de schoorsteenbouw. Samen met zijn baas, Smedts, mag hij mee naar Amsterdam waar een schoorsteen gebouwd wordt. Graad wordt een week lang beoordeeld door Smedts en deze vindt dat hij het prima doet.

Na afloop van de week gaat Smedts terug naar Tegelen en laat Graad en zijn handlangers alleen achter in Amsterdam. Hier leert hij zelfstandig werken, iets wat hem in latere jaren goed van pas komt. Meestal waren de metselaars en hun handlangers immers alleen bezig.

Moest er ergens in het land een schouw gebouwd worden dan was het niet vreemd dat het gehele gezin mee trok. Er werd een kamer gezocht, pa ging overdag werken en de kinderen gingen naar de plaatselijke school.

Graad werkte tot zijn zeventigste bij Canoy-Herfkens. Al die tijd heeft hij – op een schietlood na dat hij op zijn hoofd kreeg – zelf geen ernstige ongelukken gehad. Wel zag hij een collega die door de bliksem werd getroffen dood naar beneden vallen.

Graad werkte tot zijn zeventigste bij Canoy-Herfkens. Al die tijd heeft hij – op een schietlood na dat hij op zijn hoofd kreeg – zelf geen ernstige ongelukken gehad. Wel zag hij een collega die door de bliksem werd getroffen dood naar beneden vallen.

Intussen was zijn zoon Hein (8-11-1900 tot 23-12-1988) als vijftienjarige jongen begonnen bij Canoy-Herfkens. Na vijf jaar in dienst te zijn geweest vroeg hij of hij met zijn vader mee kon om schoorstenen te bouwen. Sinds zijn twintigste werkte hij constant in de schoorsteenbouw waar hij uiteindelijk rond de tweehonderd schouwen gemetseld heeft.

OLYMPUS DIGITAL CAMERAOok Hein bleef tot zijn zeventigste werkzaam als bouwer en ook hij werd gespaard van grote ongelukken hoewel hij wel wat hachelijke momenten heeft gekend. Op de eerste dag van de Tweede Wereldoorlog waren Hein en zijn mannen bezig een schoorsteen te bouwen in Utrecht. De schouw was bijna klaar zodat ze besloten om toch maar door te werken. Hoog in de lucht op hun werkplek waren ze getuige van een aanval door de Duitse Luftwaffe op Utrecht. Ook zagen ze dat het Nederlandse afweergeschut enkele vliegtuigen wist neer te halen. Een ander avontuur beleefde Hein rond de kerst in 1928. Bij het ophalen van een emmer specie raakte deze een klimijzer dat losschoot. Hierdoor stortte de steiger waar de metselaars op stonden in. Hein wist zich te redden door op de smalle rand van de schoorsteen te gaan zitten.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

De laatste Janssen die schoorstenen bouwde is Sjraar Janssen (21-10-1937). In tegenstelling tot zijn vader en grootvader begon de carrière van Gerard niet bij Canoy-Herfkens maar bij Egidius Janssen. In 1958 maakte hij de overstap naar de schoorsteenbouw en leerde hij het vak van zijn vader die het op zijn beurt weer had geleerd van zíjn vader.

Zoals iedereen is Sjraar begonnen als handlanger of zoals de schoorsteenbouwers het noemen ‘landganger’ omdat deze altijd beneden blijft. Specie aanmaken, de lier bedienen en zorgen dat de mannen boven in de lucht altijd voldoende materiaal hebben. Na een inwerkperiode mocht ook Gerard mee naar boven.

“Nee,” weet Sjraar ons te vertellen, “ook mij is nooit iets overkomen tijdens de bouw van een schoorsteen. Wel later – tijdens de bouw van een huis – ben ik van het dak gevallen. In het ziekenhuis hebben ze hard moeten werken om me er weer bovenop te krijgen. Maar het is ze gelukt, ik ben er nog steeds.”

Tegelen-Janssen-01

De drie generaties Janssen hebben veel schoorstenen in binnen- en buitenland gebouwd. En regelmatig terugkerende klant was Philips in Eindhoven en de Hoogovens in IJmuiden, plaatsen waar dan ook veel schouwen gebouwd werden – kleintjes van amper 15 meter,maar ook schouwen van 110 meter.

’s Winters kon er uiteraard niet gebouwd worden en werden de metselaars ingezet om de ovens bij Canoy-Herfkens te onderhouden en waar nodig te repareren.

De metselaars waren allemaal in vaste dienst bij Canoy-Herfkens. Hein Janssen heeft korte tijd voor zichzelf gewerkt maar dit werd geen succes. Canoy-Herfkens weigerde namelijk stenen en materiaal te leveren. Zonder deze materialen was het voor Hein ondoenlijk om een eigen zaak te beginnen.

De opdrachten kregen ze door van Gerard Siebgens die de algemene leiding had over de schoorsteenbouw. Op het kantoor werd de schouw uitgerekend en uitgetekend. De Janssens werden hierbij vanwege hun ervaring nauw betrokken.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

OLYMPUS DIGITAL CAMERA Met de veiligheidsvoorschriften hebben ze het nooit zo nauw genomen. Veiligheidsriemen waren niet voor hun weggelegd; ze hinderden de schoorsteenbouwers alleen maar in hun bewegingsvrijheid. Losstaand op enkele planken deden de mannen op 60 tot 100 meter hun werk. Brood en drinken werden vanaf een hoogte van 40 meter mee naar boven genomen. Als toilet werd vaak de speciekuip gebruikt omdat de weg naar beneden veel te lang duurde.

Bevreesd waren de bouwers wel voor onweer en harde wind. Sjraar kan zich nog herinneren dat hij, liggend op de steigerplanken, de planken hoorde klapperen. Ook heeft hij een bolbliksem vlakbij voorbij zien rollen.

In Tegelen heeft de familie Janssen ook enkele schoorstenen gebouwd. Bij de boerderij Hulsterhof, de schoorsteen van Canoy-Herfkens, bij het missiehuis en bij de steenfabriek van Teeuwen aan de Kaldenkerkerweg. Deze laatste werd gebouwd net voor de inval van de Duitsers. Op last van de bezetters mocht hij niet worden afgebouwd. Na het einde van de oorlog kon het werk worden hervat en is de schoorsteen alsnog verder opgetrokken. Maar ook bij Jos Kurstjens en bij enkele tuinderskassen werden schouwen gebouwd door de familie.

Tekst: Pierre Geelen en  Jos Wolbertus
Met dank aan Gerard en Theo Janssen, Tegelen en Pierre Geelen

Bulletin Schoorsteenbouw in Nederland, G. Siebgens, 31-10-1977
Dagblad voor Noord-Limburg 15-01-1965
Utrechts Nieuwsblad 31-05-1966

1 reactie

  1. Beste redactie,
    Met belangstelling las ik uw artikel over de steenfabriek Canoy-Herfkens in relatie tot de familie Janssen.
    Daarin wordt verteld dat Graad Janssen met zijn baas Smedts naar Amsterdam gaat om het vak van schoorsteenbouwer te leren.
    Om die naam Smedts gaat het mij nu. Kunt u mij bevestigen of dit over mijn opa Geradus Hubertus ( Bèr) Smedts gaat? Hij was schoorsteenbouwer, afkomstig uit Maasbree, woonde eerst in Tegelen met zijn echtgenote Nel Geurts. Later verhuisde hij naar Horst-America. `Bèr Smedts is in oktober 1931 in Liempde overleden tgv. een hartaanval terwijl hij werkzaam was( reparatiewerkzaamheden) aan de schoorsteen van de melkfabriek in Liempde.
    Ook zijn zoon Piet Smedts heeft vermoedelijk gewerkt voor Canoy-Herfkens. Hij was in ieder geval als schoorsteenbouwer in dienst van J.L. Heldens, schoorsteenbouw Venlo en later bij L.G. van Aarssen & CO, aannemers in Amsterdam, tot aan zijn overlijden in september 1944.
    Alle informatie over Bèr en Piet Smedts is welkom. Graag uw reactie.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn aangegeven met *

Plaats reactie