Willem Kurstjens schreef een achtdelig verhaal over het Tegelen in de Tweede Wereldoorlog. Dit aan de hand van reclameborden van het merk Persil, die de Duitse soldaten de weg door Tegelen moesten wijzen.

De volgende delen worden komende weken gepubliceerd.

Heb je andere onderzoeksuggesties of op- en aanmerkingen, laat dit dan vooral weten aan Willem (willemkurstjens@gmail.com).

 

Deel 5 – door Willem Kurstjens

In de vorige afleveringen heb ik het verhaal van hoofdagent Boschker dat Persil-reclameplaten op 10 mei 1940 in Tegelen dienden als wegwijzers voor de Duitse troepen proberen te checken bij de firma Persil, in Duitsland en in Nederland. Dat is niet gelukt. Vervolgens heb in Tegelse dagboeknotities over de Duitse inval naar aanwijzingen gezocht. Die heb ik evenmin gevonden. Opvallend was dat  korpschef C. van Hinthem in de correspondentie met Officier-Fiscaal Vissers, die het onderzoek naar de Persil-reclameborden heeft aangezwengeld, hoofdagent Boschker niet is bijgevallen. Staat daarmee de zaak op losse schroeven? Niet helemaal. Van Hinthem mag Boschker niet zijn bijgevallen, hij is hem ook niet afgevallen. Kennelijk vond hij Boschkers verklaring belangrijk genoeg om die aan Vissers voor te leggen. Bovendien is er het proces-verbaal van chemigraaf Verheijden, die tegenover Vissers heeft verklaard dat er Persil-reclameborden op Duitse stafkaarten stonden ingetekend. Er is kortom niet afdoende bewezen dat Boschker abuis was.

 

EEN BIJZONDER BIJSCHRIFT

Dan komt er een mail van een medewerker van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) in Amsterdam met de kopie van een tekst uit Signaal, een Duits legerblad uit die tijd. Het is de tekst van een bijschrift van enkele foto’s die in Signaal zijn afgedrukt: afbeeldingen van een bommenwerper, waarbij de persoon die de bommen afwerpt het doel aangeeft door in plaats van ‘links’ of ‘rechts’ de woorden ‘ATA’ of ‘IMI’ te roepen, namen van schoonmaakmiddelen uit de Persilfabrieken. Reclames hiervan stonden op borden die een Duitse vertegenwoordiger van Persil voor de Duitse inval had laten plaatsen. Ze moesten de ANWB-borden vervangen die (op bevel van de Nederlandse legerleiding, WK) waren weggehaald. Wie zo’n bord wilde plaatsen kon hiervoor 100 gulden krijgen – een flink bedrag in die tijd, zo’n vijf keer het minimumloon. De borden waren bedoeld voor de Duitse stoottroepen die hierdoor zonder de weg te vragen konden doorrijden. Aldus de auteur van het bijschrift. Wat de relatie tussen de vliegtuigbemanning en de stootroepen is, wordt uit deze tekst niet geheel duidelijk. Kennelijk werd de precieze plaats van een bord via de boordradio van het vliegtuig aan de commandanten van de stoottroepen doorgegeven. Helaas zaten er geen kopieën van de foto’s bij deze mail. Daarvoor ben ik een zoektocht op Marktplaats gestart, waar sommige exemplaren van Signaal uit de jaargang 1940 te koop worden aangeboden. De bereidwilligheid om te helpen is groot, de verkopers kijken verschillende nummers voor mij door, maar kunnen helaas niets vinden. Daarop stuur ik een verzoek aan het Nationaal Archief om daar in het depot te kijken.

 

PLAKKATEN EN BORDEN

De tekst van het bijschrift ondersteunt de verklaring van chemigraaf Verheijden uit aflevering 1, die eveneens melding maakt van Persil-reclameborden als wegwijzers voor de Duitse troepen. Dat is een belangrijke stap vooruit in de bewijsvoering. De tekst zegt echter niets over de Persil-plakkaten van Boschker, waarbij het niet om de locatie gaat, maar om het tactisch gebruik van de voorkant.

Een voorbeeld van zo’n plakkaat ziet u op de foto hiernaast.

Is dit het plakkaat dat Boschker heeft gezien? Het opschrift Als nieuw en …..zonder moeite! komt min of meer overeen met het opschrift Niet nieuw maar gewassen met Persil, dat hij zich na acht jaar herinnert. In elk geval spreken ze elkaar niet tegen. Zijn beschrijving van de positie van hoofd en hand (‘met het gezicht naar het westen en de hand zo ver mogelijk naar het noorden’) snijdt echter geen hout als men zich het plakkaat voorstelt aan een muur op de Kaldenkerkerweg waar de Duitsers tegenaan keken komende van de grens. Daarvoor zou de vrouw achterom moeten kijken. Hoogstwaarschijnlijk had Boschker een ander plakkaat in gedachten gehad toen hij zijn proces-verbaal optypte. Of  ging het wel om dit plakkaat, maar kon hij het zich niet meer helemaal meer voor de geest halen.

Overigens wil dit niet zeggen  dat niet ook Persil-muurplakkaten door de Duitsers op stafkaarten zijn ingetekend. Om dat te achterhalen, moet men die stafkaarten echter eerst vinden.

 

VERTEGENWOORDIGER

Reclamebord van Persil dat als wegwijzer zou kunnen fungeren

En wie was die geheimzinnige Duitse vertegenwoordiger die met Persil-reclameborden door het Zuiden reisde, waar de auteur van het bijschrift woonde (‘hier’). Hij moet er geen onbekende zijn geweest. Maakte de man zich met zijn wervingsactie bij de bevolking niet verdacht? En kon dat zomaar, zo’n bord neerzetten? Moest je daarvoor geen toestemming aan de gemeente vragen en leges betalen? Ook daarvoor is meer speurwerk nodig.

 

Bronnen: Bijschrift is stuk 6 is uit map b van dossier 249-0432 bij het NIOD. Met dank aan: René van Heijningen, Collectie- en Informatiespecialist NIOD

 

Wordt vervolgd…….

 

Bronnen:

 

 

N.B. Hebt u onderzoekssuggesties of andere op- en aanmerkingen, stel u dan met mij in verbinding: willemkurstjens@gmail.com

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn aangegeven met *

Plaats reactie